1. Draaitafel: Dit is het roterende platform waarop de plaat wordt geplaatst. De draaitafel draait de plaat met een constante snelheid, doorgaans 78 omwentelingen per minuut (RPM) voor standaardplaten.
2. Toonarm: De toonarm is een scharnierende, draaibare arm waarin de pick-up of stylus is ondergebracht. Het beweegt over het oppervlak van de plaat en leest de geluidsinformatie die in de groeven is gecodeerd.
3. Pickup of stylus: De pickup of stylus is een klein, naaldachtig onderdeel aan het uiteinde van de toonarm. Het maakt contact met de plaatgroeven en trilt terwijl de plaat draait, waardoor de mechanische trillingen worden omgezet in elektrische signalen.
4. Membraan: Sommige grammofoons zijn voorzien van een diafragma, dat trilt als reactie op de elektrische signalen van de pickup. De trillingen van het diafragma creëren geluidsgolven, waardoor je het geluid van de plaat kunt horen.
5. Versterker en luidspreker: Bij vroege grammofoons werden de elektrische signalen van de pick-up versterkt met behulp van een akoestische hoorn, die het geluid versterkte en naar buiten projecteerde. Latere modellen bevatten elektronische versterkers en luidsprekers voor een betere geluidsweergave.
6. Kabinet: De kast van de grammofoon omsluit en beschermt de draaitafel, toonarm en andere componenten. Het kan gemaakt zijn van hout, metaal of andere materialen en heeft vaak een decoratief ontwerp.
7. Handslinger of motor: Vroege grammofoons gebruikten een handslinger om de draaitafel te draaien, waarbij de gebruiker de slinger handmatig moest draaien om de plaat af te spelen. Latere modellen bevatten elektromotoren voor automatisch afspelen.
Het algehele uiterlijk van een grammofoon kan variëren, afhankelijk van het specifieke ontwerp en de fabrikant, maar de algemene opstelling van de componenten blijft bij de verschillende modellen hetzelfde.