De meest gebruikelijke manier om mono te krijgen is door contact met speeksel of slijm van een geïnfecteerde persoon. Dit kan gebeuren door zoenen, het delen van drankjes of eetgerei, of door in contact te komen met besmette oppervlakken. Het virus dat mono veroorzaakt, het Epstein-Barr-virus (EBV), wordt niet via de lucht verspreid, dus het is niet mogelijk om mono te krijgen door simpelweg in dezelfde kamer te zijn als iemand die besmet is.