1. De lengte van het instrument wijzigen: Door de lengte van de trompetbuis te veranderen, verandert de frequentie van de geproduceerde geluidsgolven en verandert daarmee de toonhoogte. Dit wordt gedaan door verschillende combinaties van kleppen op de trompet in te drukken, waardoor de lengte van de slang waar de lucht doorheen gaat wordt aangepast. Er zitten drie kleppen op de trompet, en elke klep verlengt de lengte van het instrument met een andere hoeveelheid, waardoor de toonhoogte met een andere hoeveelheid wordt verlaagd.
2. De embouchure van de speler wijzigen: De embouchure van de speler, of de manier waarop hij zijn lippen en mond vormt, heeft ook invloed op de toonhoogte van het geproduceerde geluid. Door de vorm van zijn lippen te veranderen, kan de speler binnen een bepaald bereik noten hoger of lager "lippen", zelfs zonder op de kleppen te drukken. Deze techniek maakt micro-aanpassingen in toonhoogte mogelijk en het spelen van noten tussen de noten die alleen door de lengte van de buis worden bepaald.