De altviool heeft vier snaren, gestemd op de noten A, D, G en C, die met een strijkstok worden bespeeld. De snaren worden gespannen tussen de brug en het staartstuk van het instrument en worden op hun plaats gehouden door de pinnen op de krul. De strijkstok wordt over de snaren getrokken, waardoor deze gaan trillen en geluid produceren.
Het lichaam van de altviool is gemaakt van hout (meestal esdoorn voor de achterkant en zijkanten en sparrenhout voor het bovenblad) en is hol, wat het geluid van de snaren versterkt. Het lichaam is zo gevormd dat er een resonerende holte ontstaat, die helpt de karakteristieke rijke en zachte toon van de altviool te produceren.
De snaren van de altviool worden op hun plaats gehouden door de pinnen op de rol. De rol is de uitgesneden kop van het instrument en is vaak versierd met ingewikkelde ontwerpen. De hals van de altviool is aan de krul bevestigd en is gemaakt van hout (meestal esdoorn).
De altviool behoort tot de snaarinstrumentenfamilie, waartoe ook de viool, cello en contrabas behoren. Altviolen zijn groter dan violen, maar kleiner dan cello's. De altviool is een octaaf lager gestemd dan de viool en een kwint hoger dan de cello.