Het mondstuk
Het mondstuk is het deel van de klarinet waar de speler op blaast. Het is gemaakt van hard materiaal, zoals eboniet of hout, en heeft aan de voorkant een dun, plat riet. Wanneer de speler lucht in het mondstuk blaast, trilt het riet en produceert het een geluid.
Het vat
De ton is het deel van de klarinet dat het mondstuk met het lichaam verbindt. Het is een cilindrische buis gemaakt van hout of metaal. De loop helpt het geluid dat door het riet wordt geproduceerd te concentreren.
Het bovenste gewricht
Het bovenste gewricht is het langste deel van de klarinet. Het is gemaakt van hout of metaal en er zijn een aantal gaten in geboord. De gaten worden bedekt door toetsen die de speler indrukt om de toonhoogte van het geluid te veranderen.
Het onderste gewricht
Het onderste gewricht is het deel van de klarinet dat het bovenste gewricht met de beker verbindt. Het is gemaakt van hout of metaal en heeft een reeks toetsen die de speler indrukt om de toonhoogte van het geluid te veranderen.
De bel
De bel is het uitlopende uiteinde van de klarinet. Het is gemaakt van hout of metaal en helpt het geluid van het riet te versterken.
De sleutels
De toetsen zijn de delen van de klarinet die de speler indrukt om de toonhoogte van het geluid te veranderen. De toetsen zijn gemaakt van metaal en zijn bevestigd aan de bovenste en onderste gewrichten. Wanneer de speler een toets indrukt, wordt er een gat in de klarinet geopend, waardoor de lengte van de luchtkolom in het instrument verandert. Dit verandert op zijn beurt de toonhoogte van het geluid.
Hoe de onderdelen samenwerken
Wanneer de speler lucht in het mondstuk blaast, trilt het riet en produceert het een geluid. Het geluid reist door de loop en de bovenste en onderste gewrichten, en uit de bel. De gaten in de bovenste en onderste gewrichten zijn bedekt met toetsen die de speler indrukt om de toonhoogte van het geluid te veranderen. De bel helpt het geluid van het riet te versterken.