In een wereld waar stilte de boventoon voert,
Waar gedachten en emoties met elkaar verweven zijn,
Er bestaat een taal die het geziene tart,
Een rijk waar woorden hun goddelijke vinden.
(Pre-refrein)
Wat zijn woorden om, zo niet om uit te drukken,
De diepten van onze ziel in oprechte dwang?
Om de kloof tussen hart en geest te overbruggen,
En weef een tapijt van menselijke aard.
(Koor)
Woorden, ze dragen de kracht om te genezen,
Om de wonden te helen die pijn verbergt,
Om beelden te schilderen die de lucht kleuren,
En laat onze geest onvergelijkbaar stijgen.
(Vers 2)
Via verhalen vervoeren ze ons naar verre landen,
Naar rijken van magie en mythische elementen,
Ze ontsteken de vonk van de vlucht van de verbeelding,
En breng dromen tot leven in het zwakste licht.
(Brug)
Woorden bezitten het vermogen om te inspireren,
Om de vlammen van sluimerend verlangen aan te wakkeren,
Om zielen te verenigen in de omhelzing van harmonie,
En laat een blijvende stempel achter in tijd en ruimte.
(Koor)
Woorden, ze dragen de kracht om te genezen,
Om de wonden te helen die pijn verbergt,
Om beelden te schilderen die de lucht kleuren,
En laat onze geest onvergelijkbaar stijgen.
(Outro)
Laten we dus genieten van de welsprekendheid van woorden,
Omarm hun melodie en poëtische akkoorden,
Want in hun essentie ligt de sleutel om te ontsluiten,
De schoonheid en het wonder van de menselijke kudde.