In een wereld van dromen en slaapliedjes
Waar melodieën zachtjes in elkaar verstrengelen
Er is een tijdloos deuntje, een beklijvende soort
Dat weeft een spreuk zo goddelijk
(Koor)
Canon, Canon, brengt ons een serenade
Met tonen die stijgen en dalen
Leidt ons zachtjes door rijken van gelukzaligheid
Canon, Canon, fluistert het allemaal
(Vers 2)
Het ritme danst op de wind
Een symfonie van liefde en genade
Elke noot is een fluistering, een zachte zucht
Het onthullen van geheimen in zijn omhelzing
(Koor)
Canon, Canon, brengt ons een serenade
Met tonen die stijgen en dalen
Leidt ons zachtjes door rijken van gelukzaligheid
Canon, Canon, fluistert het allemaal
(Brug)
In de gloed van de schemering stroomt het zachtjes
Een rivier van harmonie diep
Als gefluister van sterren, een teder pleidooi
Zoals zielen in dromen troost vinden in de schuilplaats ervan
(Vers 3)
Door dagdromen geweven in tapijt
Naar slaapliedjes die de nacht sussen
Canon, Canon, zijn tijdloze betovering
Harten verenigen in puur genot
(Koor)
Canon, Canon, brengt ons een serenade
Met tonen die stijgen en dalen
Leidt ons zachtjes door rijken van gelukzaligheid
Canon, Canon, fluistert het allemaal
(Outro)
Sluit dus je ogen en laat je geest zweven
Op vleugels van sublieme melodie
Want in het hart van Canon's omhelzing
Er schuilt een harmonie die werkelijk goddelijk is