Ik zie de onweerswolken zich samenpakken,
De wind begint te huilen.
Ik weet dat het oordeel eraan komt,
En ik weet niet zeker of ik in de buurt zal zijn.
(Koor)
Dus ik ben mijn lampen aan het trimmen,
Zorg ervoor dat ze helder branden.
Ik wil niet gevangen zitten in de duisternis,
Als de storm komt en de nacht begint te bijten.
(Vers 2)
Ik heb naar de profeten geluisterd,
En ze zeggen allemaal hetzelfde.
Bekeer u en wees gereed,
Want de tijd van de Heer is nabij.
(Koor)
Dus ik ben mijn lampen aan het trimmen,
Zorg ervoor dat ze helder branden.
Ik wil niet gevangen zitten in de duisternis,
Als de storm komt en de nacht begint te bijten.
(Vers 3)
Ik weet dat ik niet perfect ben,
En ik heb veel fouten gemaakt.
Maar ik ben dankbaar voor Zijn genade,
En ik vertrouw erop dat Hij de zaken goed zal maken.
(Brug)
Ik weet niet wanneer Hij komt,
Maar ik ben klaar om te gaan.
Ik heb mijn lampen bijgesneden en branden,
En ik kijk uit naar het teken van Zijn terugkeer.
(Koor)
Dus ik ben mijn lampen aan het trimmen,
Zorg ervoor dat ze helder branden.
Ik wil niet gevangen zitten in de duisternis,
Als de storm komt en de nacht begint te bijten.
(Outro)
Ik kijk uit naar die dag,
Als ik Jezus van aangezicht tot aangezicht zie.
Ik zal mijn lamp neerwerpen en Zijn lof zingen,
In die glorieuze, heilige plaats.