In een wereld van magie, waar dromen de vlucht nemen,
Zweinstein staat hoog, een baken van licht.
Door de oude zalen hebben we geleerd en gegroeid,
Herinneringen creëren, voor altijd genaaid.
(Koor)
We verlaten Zweinstein, onze harten gevuld met trots,
Avonturen in het verschiet, we zullen zij aan zij vliegen.
Met opgeheven toverstokken nemen we afscheid,
Op de magie en wonderen die Zweinstein in zich droeg.
(Vers 2)
Wijze professoren, met diepgaande kennis,
Begeleidde onze stappen, hielp ons onze grond te vinden.
Vriendschappen gesmeed, door gelach en tranen,
Gekoesterde momenten, door de jaren heen.
(Koor)
We verlaten Zweinstein, onze harten gevuld met trots,
Avonturen in het verschiet, we zullen zij aan zij vliegen.
Met opgeheven toverstokken nemen we afscheid,
Op de magie en wonderen die Zweinstein in zich droeg.
(Brug)
De wijsheid van de Sorteerhoed heeft ons allemaal geplaatst
In verenigde huizen stonden we sterk.
Griffoendor's moed, Huffelpuf's hart,
Ravenklauw's humor, Zwadderich's kunst.
(Koor)
We verlaten Zweinstein, onze harten gevuld met trots,
Avonturen in het verschiet, we zullen zij aan zij vliegen.
Met opgeheven toverstokken nemen we afscheid,
Op de magie en wonderen die Zweinstein in zich droeg.
(Outro)
Ook al gaan we weg, onze geest blijft,
Gebonden door de magie, een eeuwige vlam.
Want Zweinstein zal altijd in ons hart zijn,
Een plaats van betovering, waar dromen deelnemen.