(Vers 1)
Ik lag in het zand,
Kijken naar de golven die binnenrollen.
De zon scheen helder,
En de lucht was warm op mijn huid.
(koor)
Eiland in de zon,
Waar de problemen weinig zijn,
En de lucht is altijd blauw.
(Vers 2)
Ik dacht aan alle dingen,
Dat kon ik op dit eiland doen.
Ik zou een zandkasteel kunnen bouwen,
Of ga een duik nemen in de zee.
(koor)
Eiland in de zon,
Waar de problemen weinig zijn,
En de lucht is altijd blauw.
(Vers 3)
Ik sloot mijn ogen en haalde diep adem,
Het voelen van de vrede en rust van deze plek.
Ik wist dat ik hier voor altijd kon blijven,
En wil nooit meer weg.
(koor)
Eiland in de zon,
Waar de problemen weinig zijn,
En de lucht is altijd blauw.