(Vers 1)
In een donker en spookachtig bos
Waar schaduwen dansen en nachtmerries overstromen
Leefde een konijn, wild en vrij
Met ogen vol rode en met bloed doordrenkte tanden
(Koor)
Bloedig konijn, bloedig konijn
Hoppend door de griezelige nacht
Met honger naar het zoete
Smaak van het leven, een karmozijnrode schrik
(Vers 2)
Onder de bleke sinistere gloed van de maan
Het hart van het konijn met kwade stroom
Hij besluipt zijn prooi met stille gratie
Een dodendans in macabere omhelzing
(Koor)
Bloedig konijn, bloedig konijn
Hoppend door de griezelige nacht
Met honger naar het zoete
Smaak van het leven, een karmozijnrode schrik
(Brug)
Door verwarde doornen en verwrongen bomen
Het konijn weeft, zijn slechte daden
Sporen van bloed en bloed achterlatend
Een angstaanjagend gezicht voor altijd
(Koor)
Bloedig konijn, bloedig konijn
Hoppend door de griezelige nacht
Met honger naar het zoete
Smaak van het leven, een karmozijnrode schrik
(Outro)
Pas op, o reizigers, die betreden
Dit vervloekte bos waar geheimen zich verspreidden
Want het bloedige konijn ligt op de loer en wacht
Je leven opeisen, een vreselijk lot