1. "Bingo was zijn naam-o."
2. "Hij riep alle woorden."
3. "Maar B-I-N-G-O was zijn game-o."
4. "Oh, B-I-N-G-O, B-I-N-G-O, B-I-N-G-O!"
5. "En Bingo markeerde alle getallen op een rij."
Deze zinnen worden tijdens het spel vaak herhaald terwijl spelers nummers op hun bingokaarten markeren. Er is echter geen specifieke auteur of bron voor de originele versie van deze teksten, en ze zijn onderdeel geworden van het collectieve culturele begrip van het spel.