(Woorden:Norman Clayton)
Vers 1
Voorbij dit tijdsdal een strijd,
Waar het geloof verloren gaat in perfect zicht.
Daar waar de vreugden van de hemel overvloedig aanwezig zijn,
Binnenkort zullen we Zijn lieflijke gezicht zien.
Koor:
We zullen Zijn lieflijke gezicht zien,
En kijk naar Zijn stralende genade.
Om Zijn grenzeloze liefde te zingen en te schreeuwen,
In de eeuwige rijken hierboven.
Vers 2
Hoewel de beproevingen ons hier zwaar treffen,
En stormen van het leven bestormen ons hevig.
Toch gaan we standvastig verder,
Met vurige hoop zijn onze harten gevuld.
Vers 3
De dagen kunnen voorbijgaan, de tranen kunnen stromen,
Maar door de donkerste nacht die we kennen,
Dat spoedig de dageraad van eindeloze gelukzaligheid,
Met goddelijk licht zullen onze zielen kussen.
Koor:
We zullen Zijn lieflijke gezicht zien,
En kijk naar Zijn stralende genade.
Om Zijn grenzeloze liefde te zingen en te schreeuwen,
In de eeuwige rijken hierboven.
Brug
O gezegende hoop, o wonderbaarlijke dag,
Wanneer we onze ketenen zullen weggooien.
Omringd door Zijn liefdevolle arm,
Voor altijd veilig voor pijn en schade.
Vers 4
Geen vloek meer van zonde en strijd,
Niet meer de pijn van het sterfelijke leven,
Maar eeuwige vrede en vreugde,
In de aanwezigheid van onze Heer, de Allerhoogste.
Koor:
We zullen Zijn lieflijke gezicht zien,
En kijk naar Zijn stralende genade.
Om Zijn grenzeloze liefde te zingen en te schreeuwen,
In de eeuwige rijken hierboven.
Uit:
We zullen Zijn lieflijke gezicht zien,
En vind in Zijn aanwezigheid onze genade.
Voor altijd zullen we Zijn liefde prijzen,
In eindeloze verwondering en verbazing.