Ik ben de Stier van de Hemel,
De sterkste van de goden.
Ik ben de koning van de onderwereld,
En ik zal niet worden afgewezen.
(Koor)
Ik ben de Stier van de Hemel,
Ik ben de koning van de goden.
Ik ben de heerser van de onderwereld,
En ik zal niet worden afgewezen.
(Vers 2)
Ik ben gekomen om je uit te dagen,
Zeus.
Je denkt dat je de koning van de goden bent,
Maar ik ben de echte heerser.
(Koor)
Ik ben de Stier van de Hemel,
Ik ben de koning van de goden.
Ik ben de heerser van de onderwereld,
En ik zal niet worden afgewezen.
(Brug)
Ik zal je verslaan, Zeus,
En ik zal jouw plaats innemen.
Ik zal de heerser van de goden zijn,
En ik zal met ijzeren vuist regeren.
(Koor)
Ik ben de Stier van de Hemel,
Ik ben de koning van de goden.
Ik ben de heerser van de onderwereld,
En ik zal niet worden afgewezen.
(Outro)
Ik ben de Stier van de Hemel,
En ik kom je halen, Zeus.