In een wereld van duisternis en wanhoop,
Een baken van hoop schijnt helder.
Door beproevingen en beproevingen in het verleden,
Gods liefde blijft bestaan in dit gospellied.
(Koor)
Oh, laat het evangelie luid klinken,
Genade verkondigend aan allen die het horen.
In vreugdevolle lof verheffen wij onze stem,
Het zingen van de wonderen van Gods genade.
(Vers 2)
In diepe valleien en hoge bergen,
Zijn aanwezigheid troost onderweg.
Door stormen van twijfel en schaduwnacht,
Het gospellied brengt volmaakte vrede.
(Koor)
Oh, laat het evangelie luid klinken,
Genade verkondigend aan allen die het horen.
In vreugdevolle lof verheffen wij onze stem,
Het zingen van de wonderen van Gods genade.
(Brug)
Als een machtige rivier die vrij stroomt,
Het evangelie spoelt over onze ziel.
Het geneest onze wonden, het geneest onze harten,
En maakt ons heel, compleet en geliefd.
(Vers 3)
Dus laten we zingen met al onze macht,
De glorieuze waarheid die ons vrijmaakt.
In elke stap, in elke noot,
Het gospellied zal nooit vervagen.
(Koor)
Oh, laat het evangelie luid klinken,
Genade verkondigend aan allen die het horen.
In vreugdevolle lof verheffen wij onze stem,
Het zingen van de wonderen van Gods genade.
(Outro)
Moge dit gospellied onze harten verenigen,
En verspreid de liefde van Christus naar iedereen.
Laat elke stem meedoen aan het koor,
Het evangelie zingen, voor altijd.