met ogen in de kleur van de zee,
met een glimlach om de ziel in vuur en vlam te zetten
met de hele wereld van de jeugd op zijn gemak.
Koor
Terwijl de zon ondergaat en de dauw valt
dus hij komt, de meester van mijn oproep
met een stem zo lief en een hart zo waar
uit liefde zullen we de hele nacht zingen.
In groene weilanden waar feeën zich verstoppen
op oevers waar gele lelies groeien
daar woont een man van wie ik echt houd
zoals ik dat alleen in mijn dromen weet.
Koor
Nu de zon onder is, staat de maan hoog
en hij, mijn herder, dwaalt dichtbij,
zo zoet de aanraking van zijn warme handen
zo dierbaar, mijn liefste liefde, zo dichtbij.
Koor