In een wereld van liefde en verlangen,
Waar passies ontbranden,
Daar stond een vrouw met ogen van vuur.
(Pre-refrein)
Maar het lot had een wrede wending,
Haar hartenwens ging mis,
Er bleef geen man voor haar over,
Een last die te zwaar is om te dragen.
(Koor)
Er is geen man meer voor jou,
Wat ga jij doen in deze eenzame wereld?
Verspilde liefde ligt in je kielzog,
Een ziel in stilte, een hart dat breekt.
(Vers 2)
Ze droomde van iemand om vast te houden,
Een liefdesverhaal waar ze naar verlangde, onverteld.
Maar het lot speelde zijn ondeugende hand,
Haar alleen achterlatend in een verlaten land.
(Brug)
Door de schaduwen dwaalde ze,
Een zwerver die verdwaald is en nergens iets terug kan vinden.
Was haar liefde een verre herinnering?
Of een hoop die voor altijd zou blijven bestaan.
(Koor)
Er is geen man meer voor jou over,
Wat ga jij doen in deze eenzame wereld?
Verspilde liefde ligt in je kielzog,
Een ziel in stilte, een hart dat breekt.
(Vers 3)
De tijd verstreek, ze probeerde te herstellen
Maar het verlangen naar liefde zou niet eindigen.
Was ze voorbestemd om alleen te zijn,
Een ongegronde liefde, voor altijd onbekend?
(Koor)
Er is geen man meer voor jou,
Wat ga jij doen in deze eenzame wereld?
Verspilde liefde ligt in je kielzog,
Een ziel in stilte, een hart dat breekt.