(Vers 1)
De dag was helder, de lucht was helder
Toen ik voor het eerst in Ierland was, kwam ik dichterbij
Langs de dekken slenterde ik die dag
En Galway Bay charmeerde
(Koor)
Oh, Galway Bay, het roept me weg
Naar waar de kliffen wild kruipen
Langs de rotsachtige kust zal ik het horen
De golven donderen aan mijn voeten
(Vers 2)
Ik ontmoette een meisje, ze was zo eerlijk
Met ravenhaar en ogen zo zeldzaam
Haar naam was Mary, ze was de mijne
En in haar armen leunde ik achterover
(Brug)
Nu de vooravond sluit
En de schemering verspreidt zich over de stad
Mijn gedachten aan haar stromen door
En nogmaals, ik zal van je dromen
(Koor)
Oh, Galway Bay, het roept me weg
Naar waar de kliffen wild kruipen
Langs de rotsachtige kust zal ik het horen
De golven donderen aan mijn voeten
(Vers 3)
De ochtend kwam, ik stond alleen
En zwaaide afscheid van de lieve Ann
Met tranen in de ogen zag ze mij weggaan
En toen het schip begon te stijgen
(Brug)
Nu de vooravond sluit
En de schemering verspreidt zich over de stad
Mijn gedachten aan haar stromen door
En nogmaals, ik zal van je dromen
(Koor)
Oh, Galway Bay, het roept me weg
Naar waar de kliffen wild kruipen
Langs de rotsachtige kust zal ik het horen
De golven donderen aan mijn voeten
(Outro)
Oh, Galway Bay, het roept me weg
En daar zal ik nog een keer terugkeren
Als de sterren helder zijn, is de maan nieuw
Mijn liefste, ik kom snel terug