Je hebt me zo verstrikt in jou,
Ik kan niet geloven dat het waar is,
Dat jij alle sleutels van het hart vasthoudt dat ik heb begraven.
Ik ben nog nooit zo dichtbij geweest om gepakt te worden,
Ik wil dat je naar buiten komt en vecht,
Maar ik kan mezelf niet tegenhouden, ik kan niet tegenhouden dat ik halsoverkop in je hart terechtkom.
(Koor)
Duik erin, hoofd eerst, hart eerst,
Deze keer is er geen weg meer terug.
Val erin, over hakken, buiten bereik,
Ik word gek.
Duik erin, hoofd eerst, hart eerst,
Deze keer is er geen weg meer terug.
We zitten in een achtbaan,
Zonder sporen te zien,
We zijn gek aan het worden.
(Vers 2)
Jij bent het vuur in mijn aderen,
Jij bent het bloed in mijn aderen,
Jij bent de enige die mijn wereld rond en rond laat draaien.
Ik heb het opnieuw geprobeerd, opnieuw en opnieuw,
Om je uit mijn gedachten te houden,
Maar het heeft geen zin omdat je zo verslavend bent.
(Koor)
Duik erin, hoofd eerst, hart eerst,
Deze keer is er geen weg meer terug.
Val erin, over hakken, buiten bereik,
Ik word gek.
Duik erin, hoofd eerst, hart eerst,
Deze keer is er geen weg meer terug.
We zitten in een achtbaan,
Zonder sporen te zien,
We worden gek.
(Brug)
Ik wil niet nog een dag wachten,
Ik spring erin, wat er ook gebeurt.
Dus pak mijn hand, sluit je ogen,
Wees niet bang om te vallen.
(Koor)
Duik erin, hoofd eerst, hart eerst,
Deze keer is er geen weg meer terug.
Val erin, over hakken, buiten bereik,
Ik word gek.
Duik erin, hoofd eerst, hart eerst,
Deze keer is er geen weg meer terug.
We zitten in een achtbaan,
Zonder sporen te zien,
We worden gek.