Er was eens een jongen die dol was op bessen en room
Hij at ze de hele dag op en droomde ervan in zijn slaap
Het neusje van de zalm, hij had een bessenachtige eetlust
En hij verlangde elke avond naar de smaak van meer
(Koor)
Bessen en room, bessen en room
Ik ben een kleine jongen die van bessen en room houdt
Bessen en room, bessen en room
Ik ben een kleine jongen die van bessen en room houdt
(Vers 2)
Hij had een speciaal veld waar bessen zouden groeien
Hij plukte ze en bracht ze naar huis, rij na rij
De smaken waren zoet en de kleuren waren helder
Hij at ze met vreugde op en stopte de hele nacht met eten
(Koor)
Bessen en room, bessen en room
Ik ben een kleine jongen die van bessen en room houdt
Bessen en room, bessen en room
Ik ben een kleine jongen die van bessen en room houdt
(Brug)
Op een dag ontdekte hij een geheim recept
Voor het maken van een traktatie met bessen en room, oh zo vrolijk
Hij klopte en mengde, totdat het mengsel goed was
En hij proefde de bessen en de room, oh wat een genot
(Koor)
Bessen en room, bessen en room
Ik ben een kleine jongen die van bessen en room houdt
Bessen en room, bessen en room
Ik ben een kleine jongen die van bessen en room houdt
(Outro)
Nu deelt hij zijn recept voor bessen en room met de wereld
En iedereen kan genieten van de smaak van zijn zoete bessen- en roomwerveling
Bessen en room, wat een heerlijke droom
De liefde van een kleine jongen voor bessen en room.