Bepaal de toonsoort met behulp van de kwintencirkel . U moet de sleutel van de onderliggende akkoordenschema bepalen weten . Tel gewoon het aantal kruizen en mollen in de sleutel en vervolgens bepalen welke toonsoort het overeenkomt . Om te bepalen grote of kleine , kijken naar twee dingen : de eerste noot van de melodie en de voortekens . De eerste noot van de melodie wordt meestal de naam van de sleutel zijn. Een verhoogde zevende schaal graden aangeeft minderjarige. Bijvoorbeeld , in A - minor , het G worden geschreven als gis .
2
alle tonic akkoorden in de melodie zoeken . De tonica akkoorden begint op de eerste schaal graad . Als een voorbeeld , in C majeur , de tonica drieklank heeft de noten C , E en G. Label de eerste tel van deze akkoorden met een lijn door de muziek naar het beginpunt van het akkoord aan te geven.
3
Zoek elke dominant , mediant of subdominante akkoorden in de melodie te cadans punten te lokaliseren . Dominante akkoorden beginnen op de vijfde schaal graad en subdominante akkoorden start op de vierde . De Mediant begint op de derde schaal mate en alleen verschijnt voor de tonic in mineur , wanneer gebruikt als een cadans . In de toonsoort C , een dominant akkoord gaat in op G en een subdominante akkoord gaat in op F.
4
Kijk voor een transitie in het akkoordenschema van een dominant of subdominant een tonic akkoord. Het punt waarop de tonica akkoord verschijnt na een dominant of subdominant uitdrukking, markeert het einde van de voorafgaande zin .
5
Vind het einde van de daaropvolgende frase door het vinden van het volgende punt in de melodie waar dominant of subdominant keert terug naar de tonica .