Treble , bas, alt en tenor sleutels zijn enkele van de meest voorkomende vormen sleutel op bladmuziek . Piano bladmuziek bevat een g-sleutel op de top personeel en een bas -sleutel op de bodem personeel . Vocal sleutels, waaronder tenor , sopraan , bariton , mezzo - sopraan en alt , zien er identiek uit , maar in verschillende ruimtes worden geplaatst op elk personeelslid om aan te duiden waar vocalisten zingen elke noot .
Notes
Er zijn vijf belangrijke notitie tekenen in bladmuziek . Hoewel er verschillende minder voorkomende soorten , deze vijf worden gebruikt in de meeste muziek. De eerste , een hele noot , waard vier telt. Het is een hele noot genoemd omdat het duurt een hele maatregel . Een hele noot heeft geen steel en lijkt op de letter "O" .
Een halve noot is gelijk aan de helft van een hele noot , dus waardig twee tellen . Een halve noot ziet eruit als een kleine letter "o" met een steel .
Een kwart noot is een tel de moeite waard , want het duurt twee kwartnoten een halve noot en vier kwartnoten gelijk aan een hele noot gelijk . Een kwart noot wordt aangeduid op papier als een rondje met een steel .
Achtste noten zijn een achtste van een beat waard. Alleen geschreven , verschijnen ze als een kwart noot met een vlag boven op de steel. Geschreven in samenwerking met andere achtste noten , hun stengels worden met een stevige balk bevestigd .
Zestiende noten zijn goed voor 1/16 van een beat . Ze verschijnen op de pagina als een kwart noot met twee vlaggen op de stam of bevestigd in een groep met een balk .
Resten
Voor elke noot , er een respectief rust . Wanneer een muzikant zou moeten afzien van het spelen voor een bepaalde tijd , wordt er een rust in plaats van een noot . Resten verschijnen als vaste rechthoeken voor hele of halve noten en dragen meer welgevormde vormen voor de kwart , achtste , zestiende en kleinere notities .
Dynamics
Dynamische markeringen geven hoe hard of zachte muzikanten moeten spelen . Sommige symbolen worden geschreven als brief afkortingen . " P" als geschreven als een dynamische markering op een staf staat voor het Italiaanse woord " piano ", wat betekent " zacht. " " F " staat voor " forte " en instrueert muzikanten om luid te spelen
De crescendo symbool, dat verschijnt als een langgerekte groter-dan ( < ) . Teken, wijst op een geleidelijke deining in volume , terwijl de decrescendo symbool , een uitgesponnen minder-dan ( > ) teken , vertelt spelers om geleidelijk te verminderen volume
Time Signature /Key Signature
De maatsoort en toonsoort set . het tempo en de toonsoort van een liedje. De maatsoort wordt geschreven als het aantal slagen per maat geschreven over de top van de noot waarde die de beat ontvangt . Bijvoorbeeld , een lied in 4/4 keer zegt dat er vier tellen per maat ( bovenste getal ) en dat de kwartnoot krijgt de beat ( onderste getal ) .
De toonsoort meldt muzikanten hoeveel kruizen of mollen zijn in een stuk . Bijvoorbeeld , als er een fis in de toonsoort , een muzikant zal F elke keer een F verschijnt in het personeel spelen scherp .