De meest voorkomende zuivere intonatiestemming wordt Pythagoras-stemming genoemd. Bij de stemming van Pythagoras wordt het octaaf (het interval tussen twee noten die twee keer zo hoog of zo laag klinken als elkaar) verdeeld in 12 gelijke stappen. Elk van deze stappen wordt een halve toon genoemd.
De volgende tabel toont de intervallen tussen de noten van de chromatische toonladder in Pythagoras-stemming, uitgedrukt als verhoudingen van frequenties:
* C:1/1
* C♯:256/243
* D:9/8
* D♯:32/27
* E:5/4
* V:4/3
* F♯:45/32
* G:3/2
* G♯:512/343
* EEN:5/3
* A♯:6/5
* B:15/8
Zoals je in de tabel kunt zien, zijn de intervallen tussen sommige noten bij de stemming van Pythagoras niet precies gelijk. Het interval tussen C en C♯ (een halve toon genoemd) is bijvoorbeeld kleiner dan het interval tussen D en D♯ (ook wel een halve toon genoemd). Dit komt omdat de intervallen bij de stemming van Pythagoras gebaseerd zijn op de verhoudingen van kleine gehele getallen, in plaats van op gelijke intervallen.
De ongelijke intervallen van zuivere intonatie kunnen een complexer en interessanter geluid creëren dan de gelijke intervallen van gelijkzwevende stemming. Alleen de intonatie kan echter ook moeilijker zijn om zuiver te spelen, omdat muzikanten hiervoor de toonhoogte van hun noten enigszins moeten aanpassen aan de intervallen.