In dezelfde periode werd doo-wop, een stijl van vocale harmonie die zijn oorsprong vond in de Afrikaans-Amerikaanse gemeenschap, populair. Groepen als The Platters en The Drifters waren opmerkelijke doo-wop-artiesten.
Volksmuziek beleefde in de jaren vijftig een heropleving, aangewakkerd door artiesten als Pete Seeger en Woody Guthrie. Hun liedjes gingen vaak over sociale en politieke kwesties van die tijd.
Jazz bleef gedurende dit decennium een belangrijke kracht in de muziek. Bebop, ontstaan in het voorgaande decennium, maakte plaats voor nieuwe vormen zoals cooljazz en hardbop. Miles Davis, John Coltrane en Thelonious Monk waren prominente jazzmuzikanten uit deze tijd.
Op het gebied van de popmuziek domineerden crooners als Frank Sinatra, Dean Martin en Nat King Cole de hitlijsten. Hun soepele en verfijnde zang resoneerde met het publiek.
Tegen het einde van de jaren vijftig had de opkomst van rock-'n-roll een transformerend effect op het muzieklandschap, waardoor de weg werd vrijgemaakt voor de Britse invasie en de opkomst van psychedelische rock in het daaropvolgende decennium.