Symfonische muziek wordt vaak gekenmerkt door zijn rijke en complexe texturen, het gebruik van contrapunt en harmonie, en zijn dynamisch bereik. Het kan worden uitgevoerd door symfonieorkesten, die doorgaans uit meer dan 100 muzikanten bestaan, of door kleinere kamerorkesten.
Symfonische muziek heeft een lange geschiedenis, met wortels in het baroktijdperk van de 17e en 18e eeuw. Tijdens deze periode schreven componisten als Johann Sebastian Bach en George Frideric Handel symfonieën die doorgaans in drie of vier delen bestonden en een verscheidenheid aan instrumenten gebruikten.
In de 19e eeuw bereikte symfonische muziek haar hoogtepunt met het werk van componisten als Ludwig van Beethoven, Johannes Brahms en Anton Bruckner. Deze componisten schreven symfonieën die langer, complexer en emotioneel expressiever waren dan alles wat eerder was verschenen.
Tegenwoordig wordt symfonische muziek nog steeds geschreven en uitgevoerd door componisten en orkesten over de hele wereld. Het blijft een populair genre van klassieke muziek en wordt vaak uitgevoerd in concertzalen en andere locaties.