Het volume wordt doorgaans gemeten in decibel (dB), een logaritmische eenheid die de relatieve luidheid van een geluid uitdrukt in vergelijking met een referentieniveau. In muziek is het referentieniveau gewoonlijk 0 dB, wat de gehoordrempel voor een normaal menselijk oor vertegenwoordigt. Geluiden onder 0 dB worden als onhoorbaar beschouwd, terwijl geluiden boven 0 dB wel hoorbaar zijn.
Het menselijk oor neemt volume op een niet-lineaire manier waar, wat betekent dat een geluid dat twee keer zo luid is als een ander geluid, niet noodzakelijkerwijs als twee keer zo luid wordt waargenomen. In plaats daarvan neemt het oor luidheid waar op een logaritmische schaal, waarbij elke toename van 10 dB wordt waargenomen als een verdubbeling van de luidheid.
Het volume van muziek kan op verschillende manieren worden geregeld, waaronder:
* De dynamiek van een optreden: Muzikanten kunnen het volume van hun instrumenten regelen door de hoeveelheid druk die ze op hun instrumenten uitoefenen te variëren of door verschillende speeltechnieken te gebruiken.
* Het gebruik van dynamische markeringen: Componisten kunnen het gewenste volume van een passage aangeven door dynamische markeringen te gebruiken, zoals "piano" (zacht), "forte" (luid) of "crescendo" (geleidelijk luider wordend).
* Het gebruik van elektronische versterking: In moderne muziek worden vaak elektronische versterkers gebruikt om het volume van instrumenten en stemmen te regelen. Versterkers kunnen worden gebruikt om het signaal van een instrument of microfoon te versterken of te verminderen.
Volume is een krachtig hulpmiddel dat kan worden gebruikt om een verscheidenheid aan stemmingen en sferen in muziek te creëren. Het kan worden gebruikt om een gevoel van intimiteit of drama te creëren, om spanning op te bouwen of los te laten, of om eenvoudigweg een gevoel van evenwicht en proportie te geven.