In de westerse klassieke muziek omvatten traditionele structurele vormen:
1. Binaire vorm (AB):Bestaat uit twee secties, A en B, waarin A wordt herhaald.
2. Ternaire vorm (ABA):vergelijkbaar met de binaire vorm, maar met een contrasterend B-gedeelte.
3. Rondo-vorm (ABACADA):Een terugkerend A-gedeelte wordt afgewisseld met contrasterende gedeelten (B, C, D).
4. Sonata-allegro-vorm:gebruikt in de eerste delen van klassieke sonates, symfonieën en concerten. Het bestaat doorgaans uit drie hoofdsecties:Expositie, Ontwikkeling en Recapitulatie.
5. Fuga:Een contrapuntische vorm gebaseerd op een onderwerp dat gedurende het hele stuk wordt nagebootst en ontwikkeld.
In de hedendaagse muziek is er een grotere diversiteit aan structurele benaderingen. Sommige stukken houden zich misschien aan traditionele vormen, terwijl andere experimentele of onconventionele structuren onderzoeken. Sommige hedendaagse componisten creëren open of aleatorische structuren die improvisatie of publieksparticipatie mogelijk maken.
Het begrijpen van de muzikale structuur is cruciaal voor het analyseren, interpreteren en waarderen van muziek. Het helpt muzikanten en luisteraars te zien hoe de verschillende elementen in elkaar passen en een samenhangende muzikale ervaring te creëren.