Debussy's muziek wordt gekenmerkt door het gebruik van impressionisme, een muziekstijl die een stemming of sfeer probeert te creëren in plaats van een verhaal te vertellen of een specifieke boodschap over te brengen. Debussy's muziek is vaak dromerig en etherisch, en maakt vaak gebruik van ongebruikelijke toonladders en harmonieën.
Schönbergs muziek , aan de andere kant, wordt gekenmerkt door het gebruik van atonaliteit, een muziekstijl die geen traditionele toonsoort of tooncentrum gebruikt. Schönbergs muziek is vaak dissonant en uitdagend, en vereist vaak een nieuwe manier van luisteren van het publiek.
Naast hun verschillende benaderingen van tonaliteit hadden Debussy en Schönberg ook verschillende benaderingen van ritme en metrum. De muziek van Debussy is vaak vrij vloeiend en rubato, terwijl de muziek van Schönberg vaak strikter ritmisch en metrisch is.
Ten slotte hadden Debussy en Schönberg verschillende benaderingen van het gebruik van instrumenten. Debussy's muziek maakt vaak gebruik van een grote verscheidenheid aan instrumenten, waaronder niet-traditionele instrumenten zoals de celesta en de harp. Schönbergs muziek is daarentegen vaak meer gericht op het gebruik van traditionele instrumenten, zoals de piano en de viool.
Concluderend:Debussy en Schönberg waren twee heel verschillende componisten met een heel verschillende benadering van muziek. Hun muziek wordt nog steeds gewaardeerd door het publiek over de hele wereld, en heeft een diepgaande invloed gehad op de ontwikkeling van de westerse muziek.