- Wortels in Amerikaanse folk- en bluesmuziek, vooral uit de Appalachen.
- Beïnvloed door de Britse eilanden en Europese volkstradities, meegebracht door immigranten.
Instrumentatie:
- Voornamelijk snaarinstrumenten zoals gitaren, banjo's en violen.
- Integratie van drums, pedal steel gitaren en keyboards in moderne country.
Lyrische thema's:
- Alledaagse ervaringen, liefde en verlies, heimwee naar het plattelandsleven, patriottisme en religieus geloof.
- Verhaalaspect met levendige verhalen en herkenbare karakters.
Zang:
- Sterke, heldere vocale weergave, vaak met twang en vibrato.
- Harmonieën, zowel mannelijk als vrouwelijk, komen vaak voor.
Subgenres:
- Traditional Country:handhaaft klassieke instrumentatie en lyrische thema's.
- Honky Tonk:Up-tempo, dansbare muziek met prominente piano en steelgitaar.
- Bluegrass:op strijkers gebaseerde muziek met de nadruk op snelle instrumentale secties.
- Outlaw Country:een rebelse, non-conformistische stijl die in de jaren zeventig populair werd.
- Country Pop:combineert de gevoeligheden van country en pop, waardoor het meer mainstream-vriendelijk wordt.
Optreden en dans:
- Begeleid door live bands in zalen zoals honky-tonks en danszalen.
- Lijndansen en tweestapsdansen zijn populaire vormen van countrydans.
Regionale variaties:
- Nashville, Tennessee, wordt beschouwd als de "Muziekstad" en een centrum voor countrymuziek.
- Texas en Californië hebben ook belangrijke countrymuziekscènes.
Invloed en culturele impact:
- Countrymuziek heeft andere genres zoals pop, rock en folk beïnvloed.
- Iconen als Johnny Cash, Patsy Cline en George Strait worden wereldwijd erkend.
- Countrymuziekfestivals en prijsuitreikingen trekken miljoenen fans.