Arts >> Kunst en amusement >  >> muziek >> muziek Genres

Wat was de muzikale periode?

Barok (1600-1750)

Kenmerken:

- Nadruk op melodie

- Gebruik van contrapunt (twee of meer melodieën tegelijkertijd gespeeld)

- Gebruik van basso continuo (een baslijn die harmonische ondersteuning biedt)

- Ontwikkeling van de opera, cantate en oratorium

- Uitgebreide versieringen

- Gebruik van terrasvormige dynamiek (plotselinge volumeveranderingen)

Rococo (1720-1780)

Kenmerken:

- Vergelijkbaar met de barokperiode, maar met een lichtere textuur

- Meer nadruk op melodie en minder op contrapunt

- Gebruik van meer dynamische contrasten

- Ontwikkeling van de sonate en symfonie

- Gebruik van galante stijl (een lichte, sierlijke stijl)

Klassiek (1750-1830)

Kenmerken:

- Duidelijke, eenvoudige melodieën

- Gebruik van de sonate-allegro-vorm (een driedelige vorm bestaande uit een expositie, uitwerking en recapitulatie)

- Gebruik van homofonie (een textuur waarbij één melodie begeleid wordt door akkoorden)

- Ontwikkeling van de piano en het orkest

- Rise of the opera buffa (een komische opera)

Romantisch (1830-1910)

Kenmerken:

- Nadruk op emotionele expressie

- Gebruik van chromatiek (het gebruik van noten die niet in de toonsoort staan)

- Gebruik van grote orkestkrachten

- Ontwikkeling van het symfonisch gedicht en de opera seria (een serieuze opera)

- Opkomst van nationalisme in de muziek (het gebruik van volksmuziek en volksmelodieën)

Modern (1910-heden)

Kenmerken:

- Grote verscheidenheid aan stijlen en genres

- Gebruik van dissonantie en atonaliteit (de afwezigheid van een tooncentrum)

- Gebruik van nieuwe instrumenten en elektronische geluiden

- Ontwikkeling van jazz-, rock- en popmuziek

- Opkomst van de avant-garde (experimentele muziek)

muziek Genres

Verwante categorieën