1. Reactie op de complexiteit van modernistische muziek: In de eerste decennia van de twintigste eeuw schreven 'klassieke' componisten complexe experimentele werken die waren gebaseerd op uitgebreide tonaliteit, atonaliteit en ingewikkelde structuren. Volks- en populaire muziek boden componisten daarentegen eenvoudigere en toegankelijkere muzikale ideeën. Componisten als Igor Stravinsky, Béla Bartók en Aaron Copland zagen de waarde in van terugkijken naar deze genres om inspiratie op te doen en hun eigen werk nieuw leven in te blazen.
2. Interesse in nationale identiteit: Veel componisten zagen volksmuziek als een middel om hun culturele erfgoed en nationale identiteit tot uitdrukking te brengen, vooral in de context van nationalisme. Door volksmelodieën, ritmes en idiomen te lenen, probeerden ze een unieke muzikale taal te creëren die de onderscheidendheid van hun land weerspiegelde.
3. Verkenning van diverse muzikale bronnen: Componisten werden steeds ruimdenkender over het integreren van verschillende muziekstijlen in hun werk. Volks- en populaire muziek boden een rijke bron aan melodieën, ritmes en vormen waaruit ze inspiratie konden putten en innovatieve klankwerelden konden creëren.
4. Het muzikale publiek verbreden: Het integreren van bekende en geliefde folk- en populaire deuntjes in concertmuziek met als doel een breder publiek aan te trekken dat de muziek zou kunnen waarderen en er verbinding mee zou kunnen maken. Deze democratische benadering daagde het elitarisme uit dat de klassieke muziekwereld vaak had gedefinieerd.
5. Culturele uitwisseling: Door de toegenomen mondiale reizen en culturele uitwisselingen konden componisten kennis maken met muzikale tradities van over de hele wereld, waardoor hun muzikale vocabulaire werd verbreed en nieuwe compositorische benaderingen werden geïnspireerd.
6. Experimentele fusie: Sommige componisten zagen de vermenging van klassieke structuren met folk- en populaire muziek als een opwindende experimentele benadering. Ze probeerden de kloof tussen ‘hoge kunst’ en ‘lage kunst’ te overbruggen door verschillende genres en stijlen samen te voegen.
Over het geheel genomen vertegenwoordigt de integratie van folk- en populaire muziekelementen in twintigste-eeuwse composities een verschuiving naar inclusiviteit, diversiteit en een democratisering van muzikale expressie. Het leidde tot een rijker, eclectischer en mondiaal georiënteerd klassiek muziekrepertoire.