1. Spirituelen: Dit zijn religieuze liederen gezongen door tot slaaf gemaakte Afro-Amerikanen, die hun geloof, hoop en ambities uiten. Spirituals verwerkten vaak bijbelse thema's en call-and-response-zang.
2. Werknummers: Zoals de naam al doet vermoeden, werden werkliederen gezongen door Afro-Amerikanen tijdens het verrichten van handarbeid, vooral op plantages en velden. De ritmische muziek hielp hen hun bewegingen te synchroniseren en de werklast lichter te maken.
3. Blues: Bluesmuziek ontstond aan het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw en vond zijn oorsprong in Afrikaans-Amerikaanse gemeenschappen in de regio van de Mississippi Delta. Blues is improviserend en bevat teksten die persoonlijke worstelingen, ontberingen en onbeantwoorde liefde uitbeelden.
4. Veldroep: Dit waren vocale uitroepen of kreten van veldwerkers om over grote afstanden te communiceren of emoties te uiten. Veldhollers zijn de voorlopers van de huidige call-and-response-structuren in verschillende vormen van Afrikaans-Amerikaanse muziek.
5. Minstreelshows: Dit was een vorm van toneelentertainment die populair was in de 19e eeuw. Minstrel toont betrokken blanke artiesten die blackface gebruiken om Afro-Amerikanen te karikaturiseren. Deze shows versterkten negatieve stereotypen, maar beïnvloedden ook de Amerikaanse muziek en droegen bij aan de ontwikkeling van genres als jazz en vroege vormen van popmuziek.
6. Gospelmuziek: Gospelmuziek is ontstaan uit de traditionele spirituals die in Afrikaans-Amerikaanse kerken worden gezongen. Het ontstond in het begin van de 20e eeuw en combineert religieuze thema's met levendige, up-tempo muziek, vaak begeleid door klappen en tamboerijnen.
7. Ragtime: Ragtime is een op piano gebaseerde muziekstijl die zich eind 19e eeuw ontwikkelde. Het beschikt over gesyncopeerde ritmes, ingewikkelde melodieën en een levendig tempo. Ragtime is de voorloper van latere stijlen als jazz en boogiewoogie.
8. Bluegrass: Bluegrass, een samensmelting van Afro-Amerikaanse en Europees-Amerikaanse muziektradities, ontstond in de jaren veertig en vijftig in de Appalachen. Het omvat snaarinstrumenten zoals de banjo, viool en gitaar en bevat ingewikkelde, snelle melodieën.
9. R&B (Rhythm and Blues): R&B, ontstaan in de jaren veertig en vijftig, is nauw verbonden met de blues en is geworteld in Afro-Amerikaanse gemeenschappen. R&B bevat sterke vocale melodieën, soulfulness en invloeden uit jazz, blues en andere genres.
Deze stijlen dragen bij aan het rijke aanbod van Afrikaans-Amerikaanse volksmuziek en laten de ervaringen, verhalen en perspectieven van de Afrikaans-Amerikaanse gemeenschap door de geschiedenis heen zien.