In gewone tijd (4/4) , neemt een hele noot de volledige maat in beslag. Een halve noot duurt twee tellen, een kwartnoot een tel, een achtste noot een halve tel, enzovoort.
In snijtijd (2/2) , krijgt de halve noot de hele maat. Kwarten krijgen één tel, achtste noten een halve tel, enzovoort.
In theorie:
- Gemeenschappelijke tijd (4/4): 1 hele noot =2 halve noten =4 kwartnoten =8 achtste noten =16 zestiende noten =32 tweeëndertigste noten =64 vierenzestigste noten
- Snijtijd (2/2): 1 hele noot =2 halve noten =4 kwartnoten =8 achtste noten =16 zestiende noten =32 tweeëndertigste noten =64 vierenzestigste noten
In de praktijk 4/4 wordt vaak gevoeld met 4 verschillende tellen in een maat, terwijl de cut time vaak wordt gevoeld met 2 verschillende tellen in een maat.