Wanneer een snaar wordt aangeslagen, trilt deze heen en weer tussen twee vaste punten, de brug en de topkam genoemd. De trillingsfrequentie is afhankelijk van de spanning van de snaar, de massa van de snaar en de lengte van de snaar.
Het verhogen van de spanning van de snaar vergroot de kracht die de snaar terugtrekt naar zijn evenwichtspositie. Hierdoor gaat de snaar sneller trillen, waardoor de frequentie van het geproduceerde geluid toeneemt.
De massa van de snaar heeft ook invloed op de trillingsfrequentie. Een zwaardere snaar zal langzamer trillen dan een lichtere snaar, als alle overige omstandigheden gelijk blijven.
De lengte van de snaar heeft ook invloed op de trillingsfrequentie. Een langere snaar zal langzamer trillen dan een kortere snaar, als alle overige omstandigheden gelijk blijven.
In het geval van een gitaar hebben de snaren allemaal dezelfde lengte en massa, dus de enige manier om de toonhoogte van een snaar te veranderen is door de spanning ervan te veranderen. Het aanspannen van de snaar verhoogt de spanning, waardoor de trillingsfrequentie toeneemt, waardoor de toonhoogte van het geproduceerde geluid toeneemt.