1. Frequentie:De belangrijkste factor die de toonhoogte bepaalt, is de frequentie van geluidsgolven. Een hogere frequentie komt overeen met een hogere toonhoogte, terwijl een lagere frequentie overeenkomt met een lagere toonhoogte. Naarmate de frequentie van geluidsgolven toeneemt, wordt de toonhoogte hoger, en naarmate deze afneemt, wordt de toonhoogte lager.
2. Golflengte:de toonhoogte is omgekeerd evenredig met de golflengte. Dit betekent dat geluiden met kortere golflengten hogere toonhoogtes hebben, terwijl geluiden met langere golflengten lagere toonhoogtes hebben. Wanneer de golflengte van een geluidsgolf korter wordt, neemt de frequentie ervan toe, wat leidt tot een hogere toonhoogte, en omgekeerd.
3. Spanning:Bij snaarinstrumenten, zoals gitaren of violen, is de toonhoogte van het geluid dat door een trillende snaar wordt geproduceerd afhankelijk van de spanning van de snaar. Wanneer de spanning wordt verhoogd, wordt de toonhoogte hoger, en wanneer de spanning wordt verlaagd, wordt de toonhoogte lager.
4. Grootte en vorm:De grootte en vorm van het geluidsproducerende object kunnen ook de toonhoogte beïnvloeden. Grotere objecten produceren doorgaans lagere toonhoogtes, terwijl kleinere objecten hogere toonhoogtes produceren. Bovendien kan de vorm van een object de resonantiefrequenties beïnvloeden, die de toonhoogte van het geluid bepalen.
5. Doppler-effect:Het Doppler-effect veroorzaakt een verandering in toonhoogte wanneer een geluidsbron beweegt ten opzichte van een waarnemer. Als een geluidsbron een waarnemer nadert, neemt de toonhoogte toe, en als deze zich verwijdert, neemt de toonhoogte af. Dit effect wordt vaak waargenomen bij passerende voertuigen, treinen of vliegtuigen.
6. Harmonischen en boventonen:Muziekinstrumenten produceren vaak harmonischen of boventonen samen met de fundamentele frequentie. Deze extra frequenties kunnen interageren met de fundamentele frequentie, waardoor een rijker en complexer geluid ontstaat. De aanwezigheid van harmonischen kan ook de waargenomen toonhoogte van een geluid beïnvloeden.
Door deze factoren, zoals frequentie, spanning, grootte, vorm en beweging, te manipuleren, is het mogelijk om de toonhoogte van een geluid te veranderen.