Selectiviteit: FM-signalen worden doorgaans gemoduleerd op zeer hoge frequenties, vaak in het bereik van 88 tot 108 MHz. Bij deze frequenties kan het moeilijk zijn om een radio-ontvanger te ontwerpen die in staat is het gewenste signaal te selecteren en tegelijkertijd ongewenste signalen van aangrenzende kanalen af te wijzen. Door het FM-signaal om te zetten naar een lagere IF-frequentie wordt het eenvoudiger om filters te ontwerpen die het gewenste signaal effectief kunnen scheiden van de ongewenste signalen.
Winst: Het proces van het omzetten van het FM-signaal naar een IF-frequentie kan ook voor wat extra versterking zorgen, wat handig kan zijn voor zwakke signalen. Dit komt omdat de IF-versterker kan worden ontworpen om een hogere versterking te hebben dan de RF-versterker, wat wordt beperkt door de noodzaak om een laag ruisgetal te handhaven.
Afwijzing van afbeeldingen: Wanneer een radio-ontvanger op een bepaalde frequentie is afgestemd, kan deze ook een signaal ontvangen op een frequentie die tweemaal zo hoog is als de gewenste frequentie. Dit staat bekend als de beeldfrequentie en kan het gewenste signaal verstoren als het niet op de juiste manier wordt afgewezen. Door het FM-signaal om te zetten naar een IF-frequentie is het mogelijk de IF-versterker zo te ontwerpen dat de beeldfrequentie effectiever wordt onderdrukt.
AGC (automatische versterkingsregeling): De IF-trap in een radio-ontvanger kan ook worden gebruikt voor automatische versterkingsregeling (AGC). AGC zorgt ervoor dat het uitgangssignaal een consistent niveau heeft, zelfs als het ingangssignaal varieert. Door een IF-versterker met AGC te gebruiken, is het mogelijk om een constant niveau van het uitgangssignaal te handhaven terwijl ongewenste signalen worden afgewezen.
Samenvattend zorgt het omzetten van een FM-signaal naar een IF-frequentie voor betere selectiviteit, versterking, beeldonderdrukking en AGC, allemaal belangrijke factoren bij het ontwerpen van een radio-ontvanger.