Een sleutel is een muzikaal symbool dat de toonhoogte van elke regel en ruimte op een notenbalk aangeeft. Het wordt aan het begin van de notenbalk geplaatst en bepaalt de absolute toonhoogte van de noten die op de notenbalk worden geschreven. Er zijn tegenwoordig drie sleutels die algemeen worden gebruikt:de vioolsleutel, de bassleutel en de altsleutel. De g-sleutel wordt gebruikt voor hoge instrumenten zoals de viool en de fluit. De bassleutel wordt gebruikt voor lage instrumenten zoals de cello en de tuba. De altsleutel wordt gebruikt voor instrumenten die zich tussen de hoge- en bassleutels bevinden, zoals de altviool en de klarinet.