- Orkestdirigent: De dirigent leidt het orkest en zorgt ervoor dat alle muzikanten in harmonie spelen volgens de visie van de componist.
- Theaterdirecteur: Op dezelfde manier leidt een theaterregisseur het productieteam en zorgt ervoor dat alle elementen harmonieus samenkomen om de artistieke visie van de toneelschrijver te vervullen.
2. Interpretatie en expressie:
- Orkestdirigent: De dirigent interpreteert de partituur en brengt de bedoelingen van de componist tot leven door middel van expressieve gebaren en aanwijzingen.
- Theaterdirecteur: Op dezelfde manier interpreteert een theaterregisseur het script van de toneelschrijver, waarbij hij de beoogde emoties, thema's en subtekst overbrengt door middel van enscenering en regie.
3. Samenwerking en teamwerk:
- Orkestdirigent: De dirigent werkt samen met individuele muzikanten en secties en brengt ze samen tot een samenhangend ensemble.
- Theaterdirecteur: Op dezelfde manier werkt een theaterregisseur samen met acteurs, ontwerpers, technici en andere creatieven, waardoor teamwerk wordt bevorderd om de artistieke doelen van de productie te realiseren.
4. Repetitieproces:
- Orkestdirigent: De dirigent leidt de repetities en begeleidt muzikanten bij technische aspecten, interpretatie en ensemblewerk.
- Theaterdirecteur: Op dezelfde manier voert een theaterregisseur repetities uit, waarbij hij acteurs begeleidt bij karakterontwikkeling, scènewerk, enscenering en het verfijnen van uitvoeringen.
5. Uitvoering van prestaties:
- Orkestdirigent: Tijdens een optreden zorgt de dirigent voor de nauwkeurige uitvoering van het orkest en voor de samenhang.
- Theaterdirecteur: Hoewel hun werk grotendeels tijdens de repetities wordt gedaan, houdt een theaterregisseur toezicht op de voorstellingen om ervoor te zorgen dat ze aansluiten bij de artistieke visie en het beoogde effect.