2. Na elke beweging van een meerdelig werk. Grote werken, zoals symfonieën en concerten, bestaan doorgaans uit meerdere afzonderlijke secties die 'bewegingen' worden genoemd. Het is gebruikelijk om tussen elke beweging te applaudisseren, maar als de bewegingen direct volgen, kan het klappen tot het einde worden uitgesteld.
3. Aan het einde van het hele stuk. Nadat de laatste noot is gespeeld, geeft het publiek doorgaans een hartelijk en enthousiast applaus voor de hele voorstelling.
4. Na een bijzonder virtuoos of expressief optreden. Als een orkestlid of dirigent een bijzonder indrukwekkende passage of frase uitvoert, is het gebruikelijk dat het publiek zijn waardering uitdrukt met een spontaan applaus.
Het is belangrijk om te onthouden dat dit slechts algemene richtlijnen zijn, en dat applaudisseren tijdens een concert uiteindelijk een zaak is van de individuele concertbezoeker. Door deze richtlijnen te volgen, kunt u er echter voor zorgen dat u hoffelijk bent tegenover de artiesten en andere toeschouwers.