* Projectie: Wanneer u voorleest, projecteert u uw stem doorgaans meer dan wanneer u in gesprek spreekt. Dit komt omdat u wilt dat uw stem door iedereen in de kamer wordt gehoord. Wanneer u echter in gesprek spreekt, hoeft u uw stem alleen voldoende te projecteren om gehoord te worden door de mensen met wie u praat.
* Intonatie: Ook de intonatie van uw stem kan veranderen als u voorleest. Wanneer u leest, heeft u de neiging een monotonere stem te gebruiken dan wanneer u een gesprek voert. Dit komt omdat je gefocust bent op het correct uitspreken van de woorden en je niet wilt afleiden van de betekenis van de tekst.
* Tempo: Het tempo van uw toespraak kan ook veranderen als u voorleest. Wanneer u leest, heeft u de neiging langzamer en bewuster te spreken dan wanneer u een gesprek voert. Dit komt omdat je je publiek de tijd wilt geven om de informatie die je leest te verwerken.
* Accent: Uw accent kan ook duidelijker zijn als u hardop leest. Dit komt omdat je meer gefocust bent op het correct uitspreken van de woorden, en je niet wilt afleiden van de betekenis van de tekst.
De combinatie van al deze factoren kan ervoor zorgen dat uw stem anders klinkt als u voorleest dan wanneer u een gesprek voert.