- Gebrek aan training: Ongetrainde zangers beschikken mogelijk niet over de nodige vaardigheden en technieken om een aangename stemtoon te produceren, wat leidt tot gespannen, ruwe of vlakke zang.
- Slechte zangtechniek: Slecht zingen kan ook het gevolg zijn van onjuiste stemtechnieken, zoals overmatige spanning in de keel, overmatig gebruik van vibrato of onjuiste ademhalingsondersteuning.
- Pitchproblemen: Zangers die moeite hebben met het behouden van de juiste toonhoogte klinken misschien vals of zijn niet in staat de juiste noten nauwkeurig te raken, wat resulteert in een dissonante en onaangename zangstem.
- Gebrek aan muzikaliteit: Slechte zang kan muzikaliteit of expressiviteit missen, en komt vaak monotoon over, zonder emotie, of slecht gesynchroniseerd met de begeleidende muziek.
- Neus- of keeltoon: Neuszang ontstaat wanneer er te veel resonantie geconcentreerd is in de neusholte, wat resulteert in een dun en niet-resonant geluid. Een keeltoon daarentegen ontstaat wanneer het geluid te zwaar is en uit de keel komt, zonder helderheid en projectie.
- Stemmisbruik: Slecht zingen kan ook het gevolg zijn van misbruik van de stembanden, zoals te luid, te vaak zingen of zonder de juiste stemopwarming. Dit kan leiden tot stembelasting, ongemak en mogelijk langdurige stemschade.
Het is belangrijk op te merken dat zangvaardigheid subjectief is, en wat voor de één als 'slecht' zingen kan worden beschouwd, hoeft dat voor de ander niet te zijn. Persoonlijke smaak, stijl en muzikale context spelen een belangrijke rol in de perceptie van zangkwaliteit.