1. Bereik :Het vermogen om een breed scala aan noten te zingen, van laag tot hoog, zonder spanning of ongemak.
2. Volume :Het vermogen om een krachtig, resonerend geluid te produceren dat een kamer of concertzaal kan vullen.
3. Toon :Een aangename, goed afgeronde geluidskwaliteit, vrij van nasaliteit, hardheid of vocale frictie.
4. Projectie :Het vermogen om de stem duidelijk en gelijkmatig door een ruimte te sturen, zodat deze door luisteraars in alle ruimtes kan worden gehoord en begrepen.
5. Intonatie :Zingen in harmonie, met nauwkeurige toonhoogte en intonatie.
6. Expressie :Het vermogen om emotie en muzikaliteit via de stem over te brengen, waardoor diepte en nuance aan de uitvoering wordt toegevoegd.
7. Behendigheid :Het vermogen om snelle passages, ornamenten en runs met precisie en helderheid te zingen.
8. Controle :Het handhaven van een stabiele, gecontroleerde luchtstroom en ademondersteuning om een vloeiende, consistente stemtoon te produceren.
9. Kracht :Het vermogen om krachtig en intens te zingen zonder dat dit ten koste gaat van de vocale kwaliteit.
10. Uithoudingsvermogen :Het vermogen om tijdens een optreden de vocale kracht en het uithoudingsvermogen vast te houden zonder vocale vermoeidheid of toonverlies.
Bij een sterke zangstem gaat het niet alleen om stemkracht, maar ook om stemgezondheid en techniek. Zangers die consequent de juiste zangtechniek gebruiken, hebben doorgaans sterkere stemmen die langer meegaan en minder gevoelig zijn voor beschadigingen.