Gezangmuziek wordt vaak uitgevoerd door een groep zangers, ook wel een koor genoemd, die unisono zingen zonder enige instrumentale begeleiding. Hierdoor ontstaat een onderscheidend, etherisch geluid dat een meditatieve en contemplatieve kwaliteit heeft. De melodieën van gezangen zijn doorgaans gebaseerd op specifieke teksten of gebeden, en worden vaak gedurende de hele duur van het stuk herhaald.
Enkele van de meest bekende voorbeelden van gezangmuziek zijn de gregoriaanse gezangen uit de christelijke traditie, de hindoeïstische en boeddhistische gezangen uit India en Zuidoost-Azië, en de traditionele joodse gezangen die bekend staan als cantillation. Elk van deze vormen van zangmuziek heeft zijn eigen unieke kenmerken en stijlen, maar ze delen allemaal de gemeenschappelijke elementen van monofonie, aanhoudende toonhoogtes en een sterke verbinding met heilige tekst.
Gezangmuziek is bestudeerd en vereerd vanwege zijn rijke culturele en spirituele betekenis, en blijft een belangrijk onderdeel van religieuze rituelen en praktijken over de hele wereld. Het wordt ook zeer gewaardeerd als een vorm van artistieke expressie en is gebruikt in composities van klassieke en hedendaagse componisten als Hildegard von Bingen, Gustav Holst en Arvo Pärt.