- Toonhoogte of intonatie :verwijst naar de variatie in de grondfrequentie van de stem tijdens spraak. Toonhoogte wordt geassocieerd met het stijgen en dalen van de stem en helpt emoties, nadruk en grammaticale informatie zoals vragen of uitspraken over te brengen.
- Spanning of accent :verwijst naar de relatieve prominentie die aan bepaalde lettergrepen of woorden in spraak wordt gegeven. Stress wordt gebruikt om belangrijke woorden of lettergrepen te benadrukken, en het kan ook helpen om emoties en grammaticale informatie over te brengen.
- Duur of timing :verwijst naar de tijd die nodig is om een geluid of lettergreep te produceren. Duur kan worden gebruikt om nadruk, contrast en grammaticale informatie over te brengen.
- Ritme :verwijst naar de temporele patronen die ontstaan door de afwisseling van beklemtoonde en onbeklemtoonde lettergrepen in spraak. Ritme helpt bij het creëren van een gevoel van flow en melodie in spraak, en kan ook informatie overbrengen over de emoties en bedoelingen van de spreker.
- Timbre of stemkwaliteit :verwijst naar de tonale kenmerken van spraak die worden beïnvloed door de akoestiek van het stemkanaal en de vorm van de stemplooien. Timbre kan emoties, persoonlijke identiteit overbrengen en helpen bij spraakherkenning.