De hogere klassen, waaronder de aristocratie en de adel, waren vaste beschermheren van het theater. Ze woonden vaak optredens bij in de privétheaters, zoals het Blackfriars Theatre, die exclusiever en duurder waren dan de openbare theaters.
Ook de middenklasse, zoals kooplieden, advocaten en handelaars, bezocht het theater. Ze gingen doorgaans naar de openbare theaters, zoals het Globe Theatre, die goedkoper waren.
De lagere klassen, waaronder bedienden, leerlingen en arbeiders, bezochten ook het theater. Vaak stonden ze in de ‘groundlings’, de ruimte voor het podium, waar ze gratis naar de optredens konden kijken.
Over het geheel genomen bestond het theaterpubliek in de 17e eeuw uit een diverse groep mensen uit alle lagen van de bevolking. Het was een plek waar mensen samen konden komen om te genieten van een gedeelde ervaring en de kracht van live optredens te ervaren.