In de 19e eeuw onderging het fysieke theater een revolutie door het werk van de Franse theaterbeoefenaar Jacques Lecoq. Lecoq ontwikkelde een trainingssysteem dat de nadruk legde op de integratie van beweging, stem en verbeelding in de uitvoering. Zijn studenten creëerden vervolgens enkele van de meest invloedrijke fysieke theatergezelschappen van de 20e eeuw, waaronder het Théâtre du Soleil, opgericht door Ariane Mnouchkine, en het Cirque du Soleil, opgericht door Guy Laliberté.
In de Verenigde Staten werd fysiek theater in de jaren zestig en zeventig populair, mede dankzij het werk van gezelschappen als het Bread and Puppet Theatre, de Mabou Mines en de Wooster Group. Deze gezelschappen experimenteerden met een breed scala aan fysieke theatertechnieken, waaronder bewegingsimprovisatie, mime en poppenspel.
Tegenwoordig wordt fysiek theater beoefend door een verscheidenheid aan theatergezelschappen over de hele wereld. Het wordt vaak gebruikt om visueel opvallende en emotioneel krachtige uitvoeringen te creëren die een publiek van alle leeftijden en achtergronden aanspreken.