1. Grootte: Romeinse theaters waren doorgaans groter en konden meer toeschouwers huisvesten dan Griekse theaters. Het Colosseum in Rome kon bijvoorbeeld naar schatting 50.000 tot 80.000 toeschouwers huisvesten, terwijl het grootste Griekse theater, het Theater van Epidaurus, een capaciteit had van ongeveer 14.000 mensen.
2. Zitplaatsindeling :In Romeinse theaters waren de stoelen in een halfcirkelvormig patroon opgesteld, gericht naar het podium, waardoor een betere akoestiek en een meeslepende kijkervaring voor het publiek ontstond. Griekse theaters volgden vaak een meer cirkelvormige opstelling.
3. Vorm en structuur :Romeinse theaters waren structureel complexer en bevatten booggewelven, kolommen en gelaagde niveaus, wat voor meer stabiliteit en ondersteuning voor de grotere constructies zorgde. Griekse theaters waren daarentegen doorgaans eenvoudiger van ontwerp en vertrouwden op natuurlijke hellingen voor zitplaatsen.
4. Podium en orkest: Romeinse theaters hadden een verhoogd podium dat bekend staat als het 'pulpitum', waar acteurs optraden. In Griekse theaters werd het orkest, de cirkelvormige ruimte voor het podium, gebruikt voor uitvoeringen, en het podium zelf was lager en minder uitgesproken.
5. Achtergronden (Scaenae Frons): Romeinse theaters hadden uitgebreide en rijkelijk versierde toneeldecors, vaak met zuilen, nissen en beelden. Griekse theaters vertrouwden meer op eenvoudige houten constructies voor hun achtergronden.
6. Machines en toneeleffecten: Romeinse theaters maakten uitgebreid gebruik van toneelmachines, waaronder luiken, liften en speciale effecten om de uitvoeringen te verbeteren. Griekse theaters concentreerden zich meer op de dramatische uitvoeringen zelf dan op het uitgebreide toneelwerk.
7. Functie: Terwijl zowel Griekse als Romeinse theaters werden gebruikt voor dramatische uitvoeringen, organiseerden Romeinse theaters ook een grotere verscheidenheid aan evenementen, waaronder gladiatorenwedstrijden, dierengevechten, openbare executies en watergerelateerde spektakels.
8. Architectonisch erfgoed :Romeinse theaters hadden meer invloed en hun ontwerpelementen werden later opgenomen in theaters die in het hele Romeinse rijk en zijn voormalige territoria werden gebouwd, maar ook in latere historische perioden. Griekse theaters hadden een fundamentele invloed op de ontwikkeling van het Europese theater, maar hun directe invloed op het ontwerp en de daaropvolgende theaters was beperkter.
Dit zijn enkele van de belangrijkste verschillen tussen Romeinse en Griekse theaters, die de verschillende culturele, sociale en architectonische ontwikkelingen in de antieke wereld weerspiegelen.