Tijdens het Interregnum werden de theaters gesloten door de puriteinen, die ze als zondig en immoreel beschouwden. Toen Charles II weer aan de macht kwam, heropende hij de theaters en moedigde hij de productie van nieuwe toneelstukken aan. Tijdens de restauratieperiode was er een bloei van de theatrale activiteit, met de opkomst van nieuwe toneelschrijvers, acteurs en theatergezelschappen.
Het restauratietheater kenmerkte zich door zijn schunnige, satirische en vaak politiek geladen inhoud. Komedies maakten vaak grapjes over de puriteinen en vierden de terugkeer van de monarchie. Tragedies waren vaak gebaseerd op historische gebeurtenissen of klassieke mythologie, en werden vaak gebruikt om politieke thema's te onderzoeken.
Enkele van de beroemdste toneelschrijvers van de restauratie zijn William Congreve, George Etherege en Aphra Behn. Congreve's toneelstukken, zoals 'The Way of the World' en 'Love for Love', staan bekend om hun humor en scherpe sociale satire. De toneelstukken van Etherege, zoals 'The Man of Mode' en 'She Would if She Could', staan bekend om hun schunnigheid en humor. Behns toneelstukken, zoals 'The Rover' en 'The Lucky Chance', staan bekend om hun sterke vrouwelijke karakters en feministische thema's.
Restauratietheater was een levendige en opwindende periode in de geschiedenis van het Engelse theater, en de invloed ervan is nog steeds zichtbaar in het theater van vandaag.