Ziektes en epidemieën: Overbevolking en slechte sanitaire voorzieningen droegen bij aan de verspreiding van ziekten in Londen. De stad werd regelmatig getroffen door epidemieën van pest, pokken en andere infectieziekten. In 1593 doodde de pest naar schatting 15.000 mensen in Londen, ongeveer 10% van de stadsbevolking.
Misdaad en geweld: Londen was een gevaarlijke stad, met veel misdaad en geweld. De straten waren gevuld met zakkenrollers, dieven en moordenaars. De stad was ook de thuisbasis van een aantal bendes, die vaak verwikkeld waren in gewelddadige vetes.
Vervuiling en lawaai: Londen was een luidruchtige, vervuilde stad. De straten waren gevuld met lawaai van verkeer, bouwwerkzaamheden en het geschreeuw van straatverkopers. De lucht was vervuild door de rook van kolengestookte haarden en van de vele leerlooierijen en andere industrieën in de stad.
Branden: Londen was gevoelig voor branden vanwege de drukke houten gebouwen en het gebruik van open vuur om te koken en te verwarmen. De stad kende in de tijd van Shakespeare een aantal grote branden, waaronder de Grote Brand van Londen in 1666.
Ondanks al deze uitdagingen was Londen een bloeiende stad in de tijd van Shakespeare. Het was een centrum van handel, cultuur en leren. Het was ook de thuisbasis van een aantal beroemde schouwburgen, waaronder het Globe Theatre, waar de toneelstukken van Shakespeare voor het eerst werden opgevoerd.