1. Geloof en toewijding: Ushers moeten een sterk geloof en toewijding aan de kerk en haar missie hebben. Het moeten actieve leden zijn die regelmatig diensten bijwonen en actief deelnemen aan kerkelijke activiteiten.
2. Volwassenheid en verantwoordelijkheid: De zaalwachters moeten in hun gedrag en gedrag blijk geven van volwassenheid, betrouwbaarheid en verantwoordelijkheid. Zij moeten de hun toevertrouwde taken met toewijding en zorg kunnen uitvoeren.
3. Goede interpersoonlijke vaardigheden: Ushers moeten uitstekende interpersoonlijke vaardigheden hebben en het vermogen hebben om op een vriendelijke en gastvrije manier met mensen met verschillende achtergronden om te gaan. Ze moeten in staat zijn om op een hoffelijke en professionele manier begeleiding, hulp en aanwijzingen te bieden aan de deelnemers.
4. Organisatorische vaardigheden: Ushers moeten goed georganiseerd zijn en hun tijd en verantwoordelijkheden effectief kunnen beheren. Ze moeten hun activiteiten kunnen coördineren met andere bodes en kerkleiders om een soepel verloop van de kerkdiensten te garanderen.
5. Fysieke conditie: Van zaalwachters kan worden verlangd dat ze gedurende langere perioden staan en assisteren bij taken die fysieke inspanning vereisen. Daarom moeten zij fysiek fit zijn en hun taken comfortabel kunnen uitvoeren.
6. Kennis van kerkelijke protocollen en etiquette: De zaalwachters moeten bekend zijn met de protocollen en etiquette die tijdens kerkdiensten worden gevolgd, inclusief de zitplaatsen, de collecte, de uitreiking van de communie en eventuele speciale procedures.
7. Bereidheid om te dienen: Ushering is een servicegerichte rol en kandidaten moeten bereid zijn anderen te dienen en te helpen met een nederige en onbaatzuchtige houding.
8. Achtergrondcontrole en referenties: Kerken kunnen antecedentenonderzoek uitvoeren en referenties opvragen om de geschiktheid en betrouwbaarheid van potentiële bodes te garanderen.
Het is belangrijk voor kerken om specifieke criteria en richtlijnen vast te stellen voor het selecteren van bodes, waarbij rekening wordt gehouden met hun religieuze overtuigingen, waarden en de specifieke behoeften en eisen van hun gemeente.